Sociale Verloskunde
Position Paper

Kenniswerkplaats Sociale Verloskunde
‘Werken aan een stevige start’


Een gezonde en kansrijke start is voor ieder kind belangrijk. Een goed begin helpt je op weg en heeft invloed op de rest van je leven. Toch is die goede start lang niet voor ieder kind vanzelfsprekend. Zeker niet in een grote stad als Rotterdam, waar de omstandigheden niet altijd optimaal zijn. Het maakt nogal uit waar je geboren bent, waar je woont, wat de sociaal economische positie van je ouders is, of ze de Nederlandse taal spreken en hoe goed ze hun weg weten te vinden naar zorg en ondersteuning.




Sterfte rond de geboorte vanaf 24 weken zwangerschapsduur – 1 week na de geboorte (per 1.000 geborenen, 2017-2021). Bron: www.waarstaatjegemeente.nl & Perined

kansenkaart - Sterfte rond de geboorte vanaf 24 weken zwangerschapsduur - Rotterdam per 1.000 geboortes

Vroeggeboorte en/of te laag geboortegewicht (Big 2) (per 1.000 geborenen, 2017-2021). Bron: www.waarstaatjegemeente.nl & Perined

kansenkaart - Vroeggeboorte en/of te laag geboortegewicht (Big 2) - Rotterdam per 1.000 geboortes

Bron (foto): Mama's Garden

Wie zijn wij?

Een stevige start voor ieder kind

Het Erasmus MC, Hogeschool Rotterdam en gemeente Rotterdam maken zich met elkaar hard om ieder kind een kansrijke start te bieden. Want waar je ook geboren bent en wat je achtergrond ook is, ieder kind heeft er recht op. Vanuit die gezamenlijke visie en met dat doel timmerden de partners in verschillende projecten en onderzoeksprogramma’s de afgelopen jaren al flink aan de weg. Mooie en succesvolle voorbeelden zijn ‘Klaar voor een Kind’, de ontwikkeling en aanpassing van de R4U, ‘Moeders van Rotterdam & haar aanmeldpunt’, ‘Field Lab Mama’s Garden & Daddy’s Place’, ‘Connect2Grow’, ‘Healthy Pregnancy 4 All’, ’de kwetsbaarheidsdefinitie’, ‘Klaar voor een Kind; Klaar voor Werk’ en ‘Samen Groeien 010’.

Stuk voor stuk projecten die laten zien dat die Stevige Start het best kan worden bereikt als partijen samenwerken. Het medische domein, het onderwijs- en onderzoeksveld én de gemeente als sociale partner en link naar het beleid én naar de praktijk. Niet ieder vanaf hun eigen eilandje dus, maar samen met elkaar en met aanstaande ouders. En dat werkt. Van 11 overleden baby’s op 1000 geboortes in 2018 in Rotterdam gingen we in Rotterdam naar 7 op de 1000 in 2020. Daarmee zitten we nu op het landelijk gemiddelde. Een geweldig resultaat waar we natuurlijk best trots op zijn.



schema-programmas-en-projecten

Missie

Eén plek voor alle kennis en ervaring

Hoe zorg je dat alle output en effecten en alle ervaringen die de afgelopen jaren zijn opgedaan, toegankelijk zijn voor professionals in de Rotterdamse praktijk? En dat ze op den duur niet alleen Rotterdamse gezinnen helpen om kansrijk te starten, maar ook elders in Nederland als inspiratie en good practice kunnen dienen?

Hoe mooi zou het zijn als er één plek was waar alle onderzoeken, alle projecten, programma’s en praktijkervaringen werden gebundeld. Een plek waar het resultaat van de samenwerking tot nu toe én alle toekomstige plannen, ideeën en onderzoeken te vinden zijn. Zodat niet alleen de praktijk, het onderwijs-, het onderzoek in de zorg, het sociale domein en de gemeente in Rotterdam en ervan kunnen blijven leren, maar zodat ook andere gemeenten die kampen met vergelijkbare problematiek ermee aan de slag kunnen. De Kenniswerkplaats Sociale Verloskunde gaat die plek worden.

Kennis en praktijk gecombineerd

De ontwikkeling van kennis en het gebruik ervan in de praktijk zijn geen gescheiden werelden. De Kenniswerkplaats Sociale Verloskunde bevordert daarom de uitwisseling van kennis en ervaring tussen de betrokken partijen. Met als primaire opdracht het blijven genereren van praktische en relevante kennis op het gebied van sociale verloskunde en het creëren van innovatieve en succesvolle aanpakken om een stevige start voor kinderen en gezinnen te bevorderen. De Kenniswerkplaats Sociale Verloskunde wil daarbij expliciet gebruik blijven maken van bestaande praktijkkennis uit het medisch en sociaal domein. Door die te koppelen aan onderzoek en onderwijs hopen de betrokken partijen zich nog beter en systematischer te kunnen inzetten voor preventie tijdens de preconceptie periode van mannen en vrouwen met een kinderwens en de eerste 1000 dagen. Met als uiteindelijk doel uiteraard het vergroten van de kansengelijkheid voor gezinnen.

Samenwerking


foto Annemarie Wulffraat

Annemarie Wulffraat (Programmamanager Stevige Start, gemeente Rotterdam)
“Veel eerder betere ondersteuning voor gezinnen dankzij onze samenwerking”

Dat de hoge babysterfte en de verminderde kansen voor kinderen in Rotterdam alles te maken had met sociale problematiek tijdens de zwangerschap, was voor de gemeente een eyeopener. “Door echt samen te werken met het medisch domein en gebruik te maken van elkaars kennis en ervaring, kunnen we het tij keren.”

“Een onbedoelde zwangerschap, een partner die verslaafd is en geen werk heeft, door schuldproblemen de huur niet meer kunnen betalen en je niet veilig voelen in je eigen straat. Het levert allemaal stress op en dat heeft negatieve effecten op de baby in je buik. Dankzij de samenwerking tussen het sociaal en het medisch domein komen gezinnen nu veel eerder in beeld. Door de juiste vragen te stellen, niet alleen op medisch vlak maar ook over de sociale situatie, komen we met elkaar een heel stuk verder en kunnen we veel meer kinderen en gezinnen die stevige start bieden die zo wezenlijk is in het voorkomen van latere problemen.”

“Als gemeente vinden we het dus van groot belang om daarin te investeren. We ontwikkelen beleid en we verstrekken subsidies en opdrachten voor hulp en ondersteuning bij lichte maar ook bij zwaardere problemen. Zo koppelen we bijvoorbeeld een zwangere die nieuw is in Nederland aan een maatje of kijken we met elkaar of Moeders van Rotterdam of het Centrum voor Jeugd en Gezin kan helpen bij het oplossen van problemen. Dat investeren in die stevige start doen we niet alleen maar samen met partners uit het medisch en sociaal domein. Zo is ook het programma Stevige Start ontwikkeld en de coalitie Stevige Start gevormd.”

“Om effectief beleid te ontwikkelen en zoveel mogelijk impact te maken en de professionals in de praktijk nog beter te ondersteunen, is het belangrijk dat er steeds meer kennis beschikbaar komt. De uitdaging is om samen met de uitvoerende professionals en met ouders te blijven leren zodat we die nieuwe kennis kunnen genereren. De Kenniswerkplaats Sociale Verloskunde kan hier bij uitstek een rol in vervullen. Het is precies op die plek waar wetenschappelijke kennis, ervaringskennis en beleid samenkomen. Dat alles wat we tot nu toe met elkaar hebben gedaan, wordt gebundeld op één centrale plek waar iedereen het kan vinden en ervan kan leren, is natuurlijk geweldig. Zo kunnen we onze samenwerking niet alleen meer gezicht naar buiten geven, maar kunnen wij als gemeente in de toekomst nog beter en gerichter beleid formuleren en inzetten. Met als einddoel samen bouwen aan een nog betere start en dus betere kansen voor ieder kind en ieder gezin.”

foto Eric Steegers

Eric Steegers, (Gynaecoloog en Hoogleraar Verloskunde en Gynaecologie, Erasmus MC)
“We hebben in Rotterdam al zoveel bereikt en dat willen we graag met de buitenwereld delen”

Beter zichtbaar maken wat we allemaal al samen doen. Zodat het beklijft én de rest van het land er ook wat mee kan. Dat is wat Eric Steegers met de Kenniswerkplaats Sociale Verloskunde voor ogen heeft.

“We kennen ze allemaal wel, de plattegrondjes van Rotterdam van 2006 waarop je kon zien dat wijken als Charlois gemiddeld een vier keer hogere babysterfte hadden dan de rest van Nederland. Cijfers die alles te maken hadden met de achterstandsarmoede die de Rotterdamse situatie lang heeft getekend. Een situatie die zo ernstig was en deels uiteraard nog steeds is, doordat er niet één probleem maar een hele berg aan ten grondslag ligt. Het gevolg van die problematiek is dat bij gezinnen die in armoede leven veel meer babysterfte, vroeggeboorte en laag geboortegewicht voorkomt. Dat klinkt nu misschien hartstikke logisch maar dat inzicht kregen we pas rond 2005. Wil je goed voor zwangere vrouwen zorgen, zo weten we inmiddels, dan moet je medische en sociale hulpverlening combineren. En programma’s ontwikkelen waarin niet alleen medische professionals en wetenschappers betrokken zijn, maar ook het onderwijsveld en de gemeente. Dát is Sociale Verloskunde.”

“Achterstandsarmoede en hoge babysterfte zijn natuurlijk niet alleen Rotterdamse problemen. Vandaar ook onze ambitie om als Kenniswerkplaats Sociale Verloskunde dé plek te zijn waar kennis en ervaringen zijn geborgd zodat iedereen er gebruik van kan maken en ervan kan leren. Het Rotterdamse gemeentelijke programma ‘Klaar voor een Kind’ uit 2008 is een mooi voorbeeld. Maar ook het daarop volgende ‘Healthy Pregnancy 4 All’ dat in 17 gemeenten liep en ‘Kansrijke Start’. Twee landelijke programma’s met Rotterdamse roots, het eerste gesteund door- en het tweede uitgevoerd door het ministerie van VWS in meer dan 275 gemeenten. Mijn wens voor de toekomst is dat we met elkaar keihard blijven werken aan allerlei manieren om het medische domein te combineren met het sociale domein.”

“Maar ik heb nóg een wens. Als je bij de verloskundige of de gynaecoloog komt en je hebt geld- of verslavingsproblemen of andere niet-zwangerschapsgerelateerde issues, dan vinden we het logisch dat je wordt toe geleid naar hulp. Andersom is eigenlijk net zo logisch. Dat een jonge vrouw bij het Jongerenloket komt en de ambtenaar zegt: goh, misschien wilt u in de toekomst graag kinderen? Zou het een idee zijn als u eens een gesprek had met een verloskundige zodat u goed voorbereid bent op wat dat straks in uw leven zal veranderen? Het zou geweldig zijn als de Kenniswerkplaats Sociale Verloskunde een bijdrage kan leveren aan het in gang brengen van die beweging.”

foto Hanneke Torij

Hanneke Torij, (Lector Verloskunde en Geboortezorg, Hogeschool Rotterdam)
“Niet vanuit onze eigen bubbel maar mét elkaar kijken naar de sociale context van ieder gezin”

Voor jezelf opkomen, zelfredzaam zijn, je weg weten te vinden naar zorg en ondersteuning. Voor een heleboel Rotterdamse gezinnen is het niet vanzelfsprekend. “Als professionals moeten we ons in die sociale context verdiepen en écht het gesprek aangaan met gezinnen die in kwetsbare omstandigheden leven”, zegt Hanneke Torij. “Door samen te werken, juist ook met ouders, kunnen we de toegankelijkheid en kwaliteit van zorg verbeteren.”

“Het is belangrijk om professionals hierin goed toe te rusten. Zo hebben we in de regio, als resultaat van gezamenlijk onderzoek en samen met professionals uit het medische en het sociale domein, een blauwdruk ontwikkeld die professionals kunnen gebruiken voor het vormgeven van integrale zorg aan zwangeren in kwetsbare situaties. Daarnaast kijken we continu naar hoe we onze studenten als toekomstige professionals goed kunnen voorbereiden op het vak, juist ook op dit vlak. ‘Contextrijk’ onderwijs, in de leefomgeving, in de wijk, zoals in ons Field Lab Mama’s Garden, vinden we daarbij heel belangrijk. Dit Field Lab is gericht op ouderschap, het verbeteren van het sociale netwerk van ouders en op het bieden van een contextrijke leeromgeving voor studenten uit het mbo, hbo en de universiteit. Ik vind het essentieel dat studenten al tijdens hun opleiding samenwerken met hun toekomstige doelgroepen en collega’s, ook van andere beroepen. Ook daarbij verwacht ik een grote meerwaarde van de Kenniswerkplaats, zowel in toegang tot kennis als in crossovers tussen onderwijs, onderzoek, beleid en praktijk.”

“Onderzoek en onderwijs vanuit de hogeschool en universiteit, de zorgpraktijk en de gemeente die gezinnen weer op andere vlakken ondersteunt. Het zijn verschillende en vaak ook gescheiden werelden met ieder hun eigen systemen en culturen. Tegelijkertijd weten we, als we écht structureel iets willen doen aan de enorme uitdagingen in de gezondheidszorg en de capaciteitstekorten van dit moment, dat we er alleen niet komen. We hebben elkaar nodig om anders te gaan werken. Niet alleen in projecten en samenwerkingen zoals we tot nu toe doen, maar structureel vanuit een gezamenlijk perspectief waarbij we de zwangere en haar gezin echt centraal stellen en hun kennis en expertise en die van elkaars organisaties benutten.”

“Mouwen opstropen en aan de slag dus. We werken met relatief kleine teams iedere dag weer hard en boeken mooie successen, maar we hebben en nemen niet altijd de tijd om te laten zien wat we doen. Dat is wel belangrijk. In de Kenniswerkplaats Sociale Verloskunde willen we al die expertise en ervaringen bundelen en stellen we onszelf én anderen in staat om nog beter de vruchten te plukken van wat we doen. Andersom hopen we dat anderen ons beter weten te vinden zodat we nog meer mooie samenwerkingen kunnen aangaan.”